WE ZULLEN EENS ZIEN...
|
29-apr-2002 is met burgemeester Smith over deze planning gesproken. "We hebben een goed rampenplan," zei hij, " en over het rampenbestrijdingsplan wil ik helemaal niets zeggen." De burgemeester wilde ook niet inhoudelijk praten over wat zich in en rond de kruitfabriek afspeelt. "Alles is openbaar, voor zover het openbar mag zijn, ik spreek daar verder niet over, en ik ga er ook niet over: dat zijn andere overheden." Ook op mijn opmerking dat deze vorm van 'openbaarheid' weinig geruststellend werkt ging hij niet in. Wat betreft de brand van 20 augustus werd ik ook al weinig wijzer: de burgemeester wilde zelfs niet zeggen óf hij wist wat er zich in het gebouw waar de brand uitbrak afspeelde. |
Open brief aan de Burgemeester van Muiden - per e-mailTen informatie gelijktijdig verzonden aan de gemeenteraad, en de persMuiden, 23 mei 2002
Geachte Heer Smith, Op de commissievergadering (commissie A) richtte ik mij tot deze commissie, en daarmee tot de raad om mijn bezorgdheid te uiten over de voortgang van het veiligheidsrapport en dus het eventuele rampenbestrijdingsplan voor MCI. Zoals ik in mijn toespraakje vermeldde had ik eerder met u daarover contact gezocht, en ik was niet tevreden over uw houding in deze. Omdat in het huidige duale stelsel de raad nadrukkelijk een controlerende functie én een informatieplicht heeft achtte ik het noodzakelijk de raad te informeren, en te vragen naar bevind van zaken te handelen. U beschreef mijn poging hiertoe in het openbaar als 'en nu probeert hij het maar zo'. Nog afgezien van het sterk denigrerende karakter van deze opmerking ontgaat het mij waarom u mij mijn handelswijze, zoals u zelf zei 'kwalijk neemt'. Wij hebben een zakelijk verschil van mening over één aspect van uw functioneren als burgemeester. Toen ik dat een tijdje geleden aan u duidelijk probeerde te maken, en daarmee wilde zeggen dat ik weldegelijk waardering kan hebben voor andere aspecten van uw optreden, zei u mij dat u uw 'persoon en functie niet kan scheiden'. Ik betreur dat. Maar het verklaart wel de wijze waarop u keer op keer op wetenschappelijk en politiek gefundeerde, en breed gesteunde opbouwende kritiek meent te moeten reageren. Dat terwijl er mijnerzijds geen sprake is van een wat u een 'hetze' meent te moeten noemen. Daarom, kort en goed, en zakelijk, het punt dat ik duidelijk probeer te maken: Als burgemeester heeft u de wettelijke en morele plicht voor de veiligheid van uw burgers te zorgen. Daarvoor bestaan nationale wetten en richtlijnen. Deze houden in dat voor MCI mogelijk nu reeds een rampenbestrijdingsplan noodzakelijk is. Het is in het belang van de veiligheid van uw burgers dat een rampenbestrijdingsplan er dan zo snel mogelijk komt. De burgers hebben daar inspraak in, en de overheid heeft een informatieplicht in deze. Daarom is het redelijk te verlangen dat u MCI laat weten dat u wenst dat de veiligheidsrapportage die ten grondslag ligt aan zo'n rampenbestrijdingsplan zo snel mogelijk aangeleverd wordt. Ook dient u zich actief te informeren over de voortgang van alle aspecten die in verband staan met de veiligheid van uw burgers met betrekking tot de activiteiten van MCI - waaronder het onderzoek naar de brand van 20 augustus 2001. Deze informatie dient u met betrokkenen (omwonenden) te delen, voor zover u niet uiterst geloofwaardig kan maken dat grotere belangen dat in de weg staan. Velen menen met mij dat u deze taak niet naar behoren invult. Tenslotte de tekst van mijn toespraakje op de commissie vergadering van 21 mei jongstleden. "Op het tijdstip van de vergadering van deze commissie in januari was het algemeen bekend dat het veiligheidsrapport van MCI wéér door het ministerie van VROM was afgekeurd. Ik meen mij te herinneren dat de portefeuillehouder daar tamelijk nonchalant onder bleef, en verklaarde niet te verwachten dat deze afwijzing tot belangrijk uitstel van een eventueel rampenbestrijdingsplan zou leiden. Op dat tijdstip was echter bekend dat het ministerie de dwangsomprocedure in werking had gezet. Ook was bekend dat MCI daartegen bij de Raad van State in beroep was gegaan. Het zal u daarom niet verwonderen dat ten eerste de verhouding tussen MCI en het ministerie van VROM op z'n zachts gezegd wat ongemakkelijk is (officieel beschuldigt het ministerie MCI van onvoldoende voortvarendheid, en beschuldigt MCI het ministerie van (kortgezegd) onbetrouwbaarheid), en dat ten tweede toen al vermoed kon worden dat het veiligheidsrapport aanzienlijke vertraging zou oplopen. Dat is inderdaad het geval. De Raad van State heeft ten gunste van MCI beslist, wat, kortheidshalve, erop neer komt dat wij zeker niet voor november van dit jaar hoeven te rekenen op vertrouwelijke aanlevering van het veiligheidsrapport bij het ministerie van VROM. Let wel, dit is nu de meest gunstige planning, en is bijna een jaar later dan de termijn van 13 december 2001, terwijl eigenlijk het rapport in februari 2001 ingediend had moeten zijn. Ik denk zelf dat een rampenbestrijdingsplan nu tot 2004 op zich zal doen laten wachten en heb de burgemeester gevraagd wat nu zijn planning is met betrekking tot het eventuele rampenbestrijdingsplan. Hij heeft mij daarop niet geantwoord, maar verzekerde mij dat het rampenplan in orde is. Ik wijs de commissie erop dat een rampenbestrijdingsplan en een rampenplan twee geheel verschillende zaken zijn, en ik zou graag willen weten wanneer er met het rampenplan geoefend is, om vast te stellen of dat inderdaad helemaal in orde is. Verder is de brand van 20 augustus ter sprake gekomen. De oorzaak schijnt nog steeds niet bekend te zijn. Intussen heb ik echter wel moeten vaststellen dat de bestemming van het onderhavige gebouw, dat kort na de brand als 'opslag van verpakkingsmateriaal' werd bestempeld, niet langer met dezelfde stelligheid als zodanig werd aangeduid. Ik vraag de commissie, en daarmee de gemeenteraad naar bevind van zaken te handelen, en tenminste bij de bevoegde autoriteiten aan te dringen op een plausibele verklaring van de brand van 20 augustus, alsmede bij MCI op voortvarendheid bij de samenstelling van het veiligheidsrapport." Jan Bovenlander |
Onderwerp:toezending open brief inzake voortgang rampenbestrijdingsplan en onderzoek brand MCI. Geachte heer/mevrouw, Hiermee bevestigen wij de ontvangst van uw brief van bovengenoemde datum op 24-05-2002. Uw brief hebben wij geregistreerd onder nummer 2002/0000001405 en is in behandeling bij de afdeling: Vrijwillige brandweer Wij vertrouwen erop u hiermee voorlopig voldoende te hebben geďnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Muiden, namens dezen, (Onleesbaar) |
PERSBERICHTOp woensdag 22 januari 2003 heeft de Directie van Muiden Chemie International B.V. bekend gemaakt, dat voortzetting van de productie van kruit in Nederland op bedrijfseconomische gronden op de langere termijn niet verantwoord lijkt. Gedeputeerde staten van Noord-Holland, het college van burgemeester en wethouders van Muiden en de minister van VROM zijn van mening dat het sluiten van deze fabriek uit een oogpunt van maatschappelijk belang wenselijk is.
|