terug naar 'alles over het KNSF-terrein'

Voorlopige Voorziening Sloop KNSF-terrein

Op 13 juli 2004 hebben de St. Behoud Vesting Muiden, Nee-meermin en St. Stad Muiden een verzoekschrift ingediend bij de voorzieningenrechter om dmv. een voorlopige voorziening de sloopvergunning te schorsen. Zo ook de VIB op 9 juli. Dat verzoekschrift werd op 22 juli door de voorzieningen rechter behandeld:


23-juli-2004

Rechtbank wijst verzoek Stichtingen gedeeltelijk toe

De Rechtbank te Amsterdam heeft op vrijdag 23 juli 2004 het verzoek van de Stichting Stad Muiden en van de Stichting Behoud Vesting mede daaronder begrepen de Actie groep de Nee meermin om een voorlopige voorziening te treffen terzake het besluit van 5 juli 2004 van de gemeente Muiden tot het verlenen van een sloopvergunning voor het slopen van opstallen en installaties op het fabrieksterrein aan het Kruitpad 16 te Muiden gedeeltelijk toegewezen op grond van de Flora en Faunawet De sloopvergunning blijft geschorst voor wat betreft de gebouwen waarin beschermde vleermuizen voorkomen De gemeente is voorts veroordeeld in de proceskosten en dient het griffierecht te vergoeden Beide Stichtin gen beraden zich nog op het vervolg en zullen in ieder geval op donderdag 19 augustus a s hun bezwaarschrift mondeling toelichten in een openbare hoorzitting in het gemeentehuis van Muiden van de Commissie voor de Bezwaarschriften.

Lees hier de volledige uitspraak.



22-juli-2004

Beslissing opschorting sloopvergunning aangehouden

Tot morgen

Hedenmiddag om 13:30 diende voor de voorzieningenrechter te Amsterdam de zaak die de Stichting Stad Muiden, de Stichting Behoud Vesting Muiden (waarin vertegenwoordigd de actiegroep 'de Nee-meermin' ) en de politieke partij VIB aanspanden tegen de gemeente Muiden wegens het volgens de 'verzoeksters' ten onrechte verlenen van de sloopvergunning aan KNSF-vastgoed. Deze sloop heeft betrekking op 'totaalsloop' en de Stichtingen vrezen dat deze rigoureuze sloop on-omkeerbare gevolgen zal hebben voor dit kwetsbare gebied. Natuurbeschermingsorganisaties denken er ook zo over, en ook Monumentenzorg beschouwt het terrein als uniek.
In haar verweer had de Gemeente en ook KNSF-vastgoed laten weten de Stichtingen niet ontvankelijk te achten, immers in hun statuten zou staan dat zij zich, kortgezegd, alleen zouden bezig houden met de leefbaarheid van de Vesting Muiden, en het KNSF-terrein zou daar geen deel van uitmaken. Dit argument zou des te sterker voor de VIB gelden: als typisch Muiderbergse partij zijn ze niet belanghebbend bij een vier km verderop gelegen bouwlocatie. Mocht de rechter de Stichtingen tóch ontvankelijk verklaren, dan had de verweerster één argument: de zaak moet zo snel mogelijk plat, want alleen dat is veilig.

Anna Waanders lichtte de 'insteek' van het VIB toe: zij wilde dat de bestuurrechter een oordeel uitspraak over een college dat in feite al is afgetreden wanneer zij een besluit nemen over zo'n belangrijk en politiek gevoelig onderwerp. Volgens haar is er sprake van onbehoorlijk bestuur en zij verlangde dat de bestuursrechter daar consequenties in de vorm van opschorten of vernietigen van de vergunning aan zou verbinden. De rechter zou er over nadenken.

Pleitnota's

Nu begint de eigenlijke rechtzaak met pleitnota's van de verschillende partijen. Daarna gaan raadslieden in op de pleitnota van de tegenpartij, en stelt de rechter vragen aan beide partijen. Eventueel herhaalt dit zich in tweede termijn.

De Stichtingen

De Raadvrouwe van de Stichtingen, Mr. Martine Vink, betoogde (uiteraard) dat de Stichtingen weldegelijk ontvankelijk waren, omdat ingrijpende veranderingen op het KNSF-terrein weldegelijk consequenties (kunnen) hebben voor de leefbaarheid van de vesting Muiden. Het stadje Muiden wordt maar liefst ruim twee maal zo groot als de plannen van KNSF-vastgoed, én de gemeente (dat wil zeggen; het college) doorgaan. Zij lichtte dat toe aan de hand van dezelfde statuten waaruit volgens de advocaat van KNSF-vastgoed zou blijken dat de Stichtingen juist níet bevoegd zouden zijn. Zo zie je maar.
Inhoudelijk betoogde Mr. Vink dat het besluit niet genomen had mogen worden. Zij verwees naar het verzoekschrift, en omdat de gemeente nog niet gereageerd had, had zij daaraan niets toe te voegen.

Daarnaast beoordeelde Mr. Vink namens de stichtingen de sloopvergunning en de daaraan verbonden voorwaarden. Deze beoordeling dient tot de conclusie te leiden dat de vergunning ten onrechte is afgegeven, omdat de veiligheid onvoldoende is gewaarborgd en de voorwaarden niet afdoende zijn. Daarbij merken de stichtingen op dat volstaan kan worden met ontmanteling en verwijdering van de installaties, zonder dat daarbij tevens alle gebouwen worden gesloopt. De stichtingen zijn het dan ook niet eens met de stelling van KNSF Vastgoed dat de veiligheid slechts kan worden gewaarborgd door sloop.

Zelfs al zou uiteindelijk wel gesloopt moeten worden, dan dient dit slopen te geschieden op verantwoorde wijze en de stichtingen zijn van mening dat de bestreden sloopvergunning van 5 juli 2004 onvoldoende waarborgen biedt. Dit betekent dat, ook al moet slopen als noodzakelijk worden aangemerkt, het college van burgemeester en wethouders niet kon overgaan tot het verlenen van de vergunning, omdat er weigeringsgronden aanwezig waren. Tot slot hebben de stichtingen op 14juli jl. een aanvraag ingediend bij de gemeente tot het aanwijzen van het KNSF-terrein als gemeentelijke monument op grond van de gemeentelijke monumentenverordening. Ook op deze grond menen de stichtingen dat de sloopvergunning in de bezwaarprocedure zal moeten worden vernietigd en de sloopvergunning thans in deze procedure moet worden geschorst.

De gemeente

Mr. M. Klijnstra voerde namens de gemeente het woord. Hij haalde de statuten aan om te betogen dat de Stichtingen en de VIB niet belanghebbend zouden zijn: dat wist u al. Daarnaast betoogde hij dat de wethouders weldegelijk terecht de vergunning hebben afgegeven, want het politiek gevoelige onderwerp is de invulling van het terrein en niet de sloop van de opstallen. Dat grootscheepse sloop een andere invulling dan door KNSF-vastgoed, én de gemeente (dat wil zeggen; het college) 'illusoir' zou maken achtte hij 'niet aannemelijk'. Hij betoogde dat de sloopvergunning uitermate zorgvuldig is getoetst, en er géén weigeringgronden zijn. Ook kon hij de Stichtingen niet volgen bij hun betoog over 'veiligheid'. Ook op die grond kon de vergunning niet geweigerd worden, want er mag alleen getoetst worden op 'constructieve veiligheid' (instortingsgevaar) en niet op gezondheidsrisico's of ontploffingsgevaar. Omdat er alleen tot het maaiveld gesloopt mag worden wordt ook de eventueel verontreinigde grond niet beroerd.
Hij concludeerde dat de sloopvergunningprocedure is niet de arena waar verzoekers hun strijd moeten voeren, althans niet wat het college betreft. De bouwverordening bevat een duidelijk juridisch kader en daaraan heeft het college naar behoren getoetst. Het college heeft geen enkele twijfel omtrent de juistheid van de sloopvergunning, waarbij zeker ook kan worden gewezen op de zeer uitvoerige en gedetailleerde aanvraagprocedure en de zorgvuldigheid waarmee KNSF in dit verband (ook los van de vergunning) te werk gaat. Er zijn ook geen onduidelijkheden die nog nadere beantwoording of verder onderzoek behoeven.
Het college plaatst wel vraagtekens bij de bedoelingen van verzoekers, aangezien geheel buiten beschouwing laten dat in onderhavig geval met een spoedige sloop een groot veiligheidsbelang is gediend. De brief van VROM van 18 maart 2004 is glashelder. KNSF zal dit nader toelichten. Het spreekt voor zich dat het college - ook los van de sloopvergunning - heeft te waken over de veiligheid in de gemeente.
Het college concludeert gelet op het voorgaande in ieder geval dat de sloopvergunning op goede gronden is verleend en de schorsingsverzoeken mitsdien dienen te worden afgewezen.

De toelichting van de KNSF.

Zoals te verwachten was presenteerde de KNSF de brief van VROM milieu-inspectie Noord Holland waarin op spoedige sloop wordt aangedrongen vanwege veiligheidsriciso's. Hij citeerde uit deze brief van 18 maart jongstleden:
Het gedeelte van de gevaarlijke stoffen dat zich in installaties bevindt zal dan echter nog aanwezig zijn en kan alleen verwijderd worden door volledige ontmanteling van de installaties en de aanverwante apparatuur. Veel installaties op het bedrijfsterrein kunnen alleen ontmanteld worden als het omhullende gebouw tevens wordt gesloopt. Het is in het belang van de veiligheid dat zo snel mogelijk né 27 mei 2004 alle installaties en apparatuur waarin gevaarlijke stoffen aanwezig kunnen zijn ontmanteld worden, en dat daarom de daaraan voorafgaande sloopfase per die datum zo snel mogelijk wordt uitgevoerd.
Voor het slopen van de gebouwen op het bedrijfsterrein is een gemeentelijke sloopvergunning vereist. Ik ben van mening dat het gewenst is dat door de gemeente op korte termijn de sloopvergunning wordt verleend, opdat de daadwerkelijke sloop en ontmanteling per 27mei 2004 kan aanvangen".

Hij concludeerde dan ook dat de sloopvergunning terecht was verleend.

De rechter en het verdere verloop

De rechter had nog wel een vraagje over die veiligheid: "Als er nu 300 jaar lang met honderden tonnen explosieven gewerkt is - die nu afgevoerd zijn, en de gebouwen schoongemaakt zijn - waarom moet u dan juist nu overhaast slopen."
De raadman van de gemeente zegt iets over 'Enschede' waarop de rechter waarschuwt: "Maak mij niet wijs dat de fabriek juist vanwege die veiligheid moest sluiten, want ik ben goed geïnformeerd en weet dat het louter uit bedrijfseconomische redenen was."

De raadsman van de KNSF stelde "Je moet er niet aan denken dat er brand uitbreekt, of het nu uit vandalisme is of niet. Permanente, kostbare bewaking is dan ook nodig", maar liet na toe te lichten waaraan we dan maar niet moesten denken bij brand in de verlaten betonnen, losstaande gebouwen die toch afgebroken moeten worden.
De raadman van de gemeente voegde daaraan toe dat wanneer kinderen besluiten te gaan spelen op het terrein en fikkie gaan stoken in de gebouwen, er weleens ongelukken zouden kunnen gebeuren "en dáár moet u toch niet aan denken." Hij gaf toe dat dit wel een staaltje demagogie was.
Mr. Vink haakte daar op in namens de Stichtingen: "de onveiligheid wordt níet vergroot door uitstel van de sloop."

Tenslotte kwam de heer Drost, voormalig manager veiligheid van MCI aan het woord: "Inderdaad, slopen moet niet zonodig. Alles is schoongemaakt, en de voorraden zijn afgevoerd. Deze toestand is maandenlang veilig, als je maar van de installaties afblijft, want in de machinefunderingen kunnen nog kruitresten aanwezig zijn. Als je die gaat ontmantelen moet je dat dan wel deskundig doen."

Lees uit de Gooi- en Eemlander:



(Advertentie)
Dit mag dan de burger moed geven, het levert geen honorarium voor de advocate op. Uw spontane bijdrage op bankrekening 54.15.85.770 van de Stichting Behoud Muiden Vesting, ten name van de Nee-meermin is dan ook van harte welkom.


terug naar 'alles over het KNSF-terrein'

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: