'DE DIGITALE SLUIZ' is een rubriek van Guus Kroon. Het opnemen van zijn stukjes betekent niet noodzakelijkerwijs dat de redactie van Muideninfo er mee instemt.
“Goedenavond, edelachtbare dames en uwe weledele heren. Het is voor mij een eer, maar tevens een droeve plicht, om hier vanavond het woord tot u te richten.
Op 5 december 1701 kreeg ik, Reynier van Cuyk, van het Hoogheemraadschap van den Zeeburgh en Diemerdijk omtrent 4 morgen land bij Muiden in eeuwigdurende erfpacht, voor 60 gulden per jaar. Uw vroedschap gaf mij op 21 januari 1702 onder bepaalde voorwaarden toestemming tot het stellen van een Cruydmolen. Zoals u weet is deze cruydmolen ruim 300 jaar in bedrijf geweest. In het jaar onzes Heeren 2003 meende men dat het genoeg geweest was. Een jaar later was het bedrijf gesloten en nog wat later waren bijna alle sporen van de eeuwenlange cruydfabricage uitgewist.
Nu heb ik in het schimmenrijk, waar ik sinds mijn plotselinge dood op 6 december 1703 verblijf, regelmatig contact met enkele notabelen uit de rijke Muider historie. Zo sprak ik laatst Floris den Vijfden, die ook zeer begaan was met de huidige plannen voor het gebied waar hij op valkenjacht placht te gaan. Floris sprak van een samenzwering van opstandige edelen, die in het geheim een bondgenootschap aangingen met de huidige grootgrondbezitter.
Ook de eerbiedwaardige Pieter Corneliszoon Hooft uitte zijn bezorgdheid: “Toen ik nog in Amstelredam woonde ging ik wel eens wandelen aan het Borssenburgspad. “De Krygsman”, de molen van uw vader Adriaen van Cuyk, stond daar toen nog. Later heb ik op afstand en met grote bedenkingen uw cruyd-activiteiten nabij het Hooge Huys te Muyden gevolgd. Het inspireerde mij tot een gedicht. Laat eens kijken, waar heb ik dat ook al weer?”
Wij werden ruw onderbroken door een schelle vrouwenstem die riep: “Muden sal Muden bliven, Muden en sal noit becliven!” Verschrikt keken wij om. Het was Amplutride, de Muider meermin, die luidkeels de aandacht opeiste. Zij sprak: ”Sinds ik zo'n 500 jaar geleden door Muider vissers wreed uit mijn element ben gerukt, kan ik vissers niet uitstaan! Ik weet nog goed hoe ik in 1507 bespot en beledigd ben door de vissersvrouwen uit Muiden. Mijn verwensing heeft 5 eeuwen lang standgehouden. Toen men mij eindelijk vrij liet, voorspelde ik dat Muiden zal Muiden blijven, dus Muiden zal nooit een grote stad worden. En zeker niet door ene meneer Visser.”
Hooft en ik gooiden een emmer zout water over de verhitte vrouwvis en verwijderden ons toen discreet. Even verderop zag ik de Held van Muiden, kanonnier 2e klasse Johannes Augustinus Strickling in zijn keuken aan het werk. Somber roerde hij in zijn pan met soep. “Het gaat helemaal mis in Muiden” riep hij mij na. De man die tijdens en na de ontploffingsramp van 19 januari van 1883 Muiden behoedde voor de totale verwoesting en de omgeving redde van een overstroming door een dijkbreuk, door als eerste te gaan kijken tijdens de brand bij de twee kruittorens met 60 à 70.000 kilo kruit, was zeer bezorgd over de toekomst van Muiden. Hij sprak: “Als men in Muiden doorgaat met die massale woningbouwplannen dan kan men de in 1883 door Henri Fogin gecomponeerde 'Treurmars voor de ramp te Muiden' gaan spelen. Om met Willem Bilderdijk te spreken: ”O jammer, o vereenigd kermen vanuit den puinhoop opgegaan.”
Na zoveel treurnis meende ik u dit te moeten melden. Geachte Vroedschap, ik wens u vanavond alle wijsheid toe bij het nemen van een besluit en ik dank u voor uw aandacht.”