'DE DIGITALE SLUIZ' is een rubriek van Guus Kroon. Het opnemen van zijn stukjes betekent niet noodzakelijkerwijs dat de redactie van Muideninfo er mee instemt.
Het is woensdagmiddag 17.00 uur en ik zit achter mijn laptop te mailen met de radio aan, als er plotseling een soort plof klinkt.
De radio zwijgt, mijn videorecorder heeft geen klok meer en mijn antwoordapparaat is ook dood. Ik denk: De stoppen zijn doorgeslagen. In de meterkast zijn alle aardlekschakelaars echter nog gewoon op hun plaats. Het is mooi weer en de achterdeur staat open. Ik vraag aan de buren of ze ook geen stroom meer hebben. Ze zeggen dat de stroom er even af was, maar daarna meteen weer terug kwam. Ik ruik een soort schroeilucht en denk meteen: Kortsluiting! Mijn buurman aan de andere kant heeft ook geen stroom, de buurman daarnaast is niet thuis, maar de buurvrouw daar weer naast zit zonder. Haar buurvrouw heeft echter wel stroom. Ik bel de Nuon en meld dat de nummers 29 t/m 32 geen stroom meer hebben. Er komt een monteur, wordt gezegd.
Mijn laptop heeft een accu waarmee je ook zonder netstroom kunt doorwerken. Je kunt wel e-mails lezen en beantwoorden, maar het versturen zonder modem (werkt ook op stroom) gaat niet. Ik besluit na een uurtje om maar eens wat te eten klaar te maken. Gelukkig doet het gas en de waterleiding het gewoon. In plaats van onder het eten een dvd te kijken lees ik deze keer het Weesper Nieuws. Het is ondertussen een stuk somberder weer geworden. De zon is verdwenen achter grijze regenwolken.
Ik sta net op het punt om na twee uur wachten de Nuon opnieuw te bellen, als mijn buurman (zonder stroom) thuis komt en zegt dat er in de Amsterdamsestraat een gele wagen van de Nuon staat. Ondertussen heb ik afgewassen, maar de stroom is twee uur later nog steeds niet terug. Er wordt gewacht op een meetwagen, verteld de man in het gele busje me, als ik er, op weg naar mijn vriendin, langs ga. Twee-en-een half uur later, om 22.10 uur fiets ik de Zeestraat in en zie dat de Schoolstraat helemaal donker is. Zou het nu nog niet opgelost zijn? Het gekke is dat er daar eerst nog wel stroom was en dat de lantaarnpalen gewoon brandden toen ik weg ging.
Enkele buurtbewoners staan voor de deur te praten. De een maakt zich nogal zorgen, omdat ze vroeg op moet om de krant te bezorgen. De ander loopt rond met een zaklantaarn en reageert rustig. Ik vertel over de storing op de Raadtsingel van vanmiddag en dat er vorige week ook al een ochtend gewerkt is aan de kabel voor nummer 29. Ze zeggen dat ze tot 10 minuten daarvoor nergens last van hadden. Ik fiets de bocht om en zie dat de hele singel langs de Kadesloot donker is. Er staan nog meer buurt genoten buiten te praten. Achter de ramen branden kaarsen. Ter hoogte van nummer 29 brandt licht buiten. Er staat een graafmachine te graven. Er zijn twee mannen met oranje hesjes aan die in de kuil staan en een derde man met een geel hesje die naast de kuil staat. Ik roep wat, maar ze reageren niet. Waarschijnlijk horen ze me niet door de graafmachine. Het regent en de mannen trekken hun capuchons over hun hoofden.
In huis steek ik kaarsen aan. Ik haal er nog een paar extra uit de doos en lees de krant aan tafel bij kaarslicht. Buiten klinkt vrijwel onafgebroken de graafmachine. Af en toe kijk ik even uit de voordeur. Het gat voor de deur van mevrouw D. wordt steeds groter. Om half twaalf is er nog steeds geen stroom. Ik ga naar bed en kijk voor de laatste maal vanuit mijn badkamerraam naar de werkzaamheden. Ze zijn nog steeds druk bezig. Er is een derde wagen bij gekomen. Een monteur komt aanlopen met een grote groene gereedschapskist. Dat gaat nog wel even duren. Ik doe de badkamerdeur dicht en ga slapen.
's Nachts om 3 uur word ik wakker van het licht op de overloop dat plotseling aangaat. Ook mijn wekker is tot leven gekomen. Eindelijk weer stroom. Ik ga naar het toilet. Alles is rustig. 's Morgens zie ik aan mijn tijdschakelklokken dat de stroomstoring precies tien uur geduurd heeft. De stoep bij mevrouw D. is provisorisch dicht gemaakt. Ze invalide en heeft tot drie uur 's nachts beneden gezeten, want haar elektrische traplift deed niets behalve piepen. Als ik haar spreek die ochtend is ze moe maar opgelucht dat de stroomstoring verholpen is. En nu maar hopen dat het echt over is en niet meer terug komt.