'DE DIGITALE SLUIZ' is een rubriek van Guus Kroon. Het opnemen van zijn stukjes betekent niet noodzakelijkerwijs dat de redactie van Muideninfo er mee instemt.
Twee meeuwen zaten op de sluis en spraken over Muiden.
M1: Hoe vind je die nieuwe kapsalon?
M2: Ik hoor verschillende geluiden. De één is er enthousiast over en zegt dat het er prachtig uitziet, de ander vindt het verschrikkelijk en treurt over het verdwijnen van de oude smederij.
M1: Ja, maar die stond toch al jaren leeg sinds Jan was overleden?
M2: Nou, er heeft nog een jaartje een soort pension in gezeten met logies en ontbijt, maar dat was geen succes.
M1: En die makelaarsadvertenties achter de ramen dan?
M2: Nee, dat was ook geen gezicht.
M1: Ach, Muiden verandert toch steeds meer in een soort Juppendorp, vind je niet?
M2: Hoe bedoel je?
M1: Nou, waar eerst de slager zat is nu een soort wijnproeverij. Ik zag ze laatst op vrijdagavond buiten op de stoep staan kletsen. Daar was geen Muier bij. Alleen maar van die Gooise kak.
M2: O ja. En in de oude winkel van Joop van der Pouw zit ook zo'n zaak waar geen Muier ooit komt. Veel te duur die kleding.
M1: Maar ze hebben die panden wel mooi opgeknapt.
M2: Ja, dat is waar, maar ze hebben de ziel er uit gehaald en er geld in gestopt.
M1: Er zijn sowieso nog maar weinig winkels in Muiden. Ga jij nog wel eens oud brood pikken bij Pronk?
M2: Ja, maar die hond hè. Ik voel me dan toch niet op mijn gemak op die binnenplaats. Er blijft trouwens meestal geen brood over, want op zaterdag is het 's middags al vroeg op.
M1: Nou, bij de bakker dan. Om 12 uur zijn al uitverkocht. Nee, daar is voor ons meeuwen geen lol meer aan.
M2: Ik denk dat ik eens een rondje ga vliegen.
M1: Ja, ik doe mee. Zullen we 't beeld van Jan Melis even op zijn kop schijten?
M2: Goed idee! Hij voerde altijd de mussen op zijn bankje, maar wij kregen nooit wat. Jan hield wel van een geintje, maar als hij zou kunnen zien hoe zijn smederij er nu uit ziet, zou hij zich omdraaien in zijn graf.
M1: Ja, dat denk ik ook. Zijn vrouw Wil zou het misschien wel mooi vinden. Je weet het niet, hè.
M2: Hé kijk! Daar fietst die wethouder van Muiden, met dat kale kruintje. Zullen we daar op mikken?
M1: Nee, doe maar niet. Hij heeft het al moeilijk genoeg. Ik ga mijn tante opzoeken op het dak van Schouten. Ik zie je wel weer.
M2: OK, tot kijk dan maar.
