Op 9 maart ben ik verhuisd van Herengracht 14 naar Burgemeester de Raadtsingel 32.
Een heel verschil.
Ik ben blij dat ik het gedaan heb, maar als het aan mij ligt is dit de laatste keer. Wat een klus, zo'n verhuizing. Gelukkig heeft een aantal familieleden en vrienden me geholpen, anders was het niet te doen geweest. Een korte terugblik:
25 februari: Andreas Otto uit Haarlem komt me tegen betaling met een bestelbusje helpen verhuizen. Mijn vriend Jan de Beus uit Muiderberg en zijn zoon Tristan helpen mee de 50 verhuisdozen die ik heb klaargezet in te laden. Voornamelijk boeken. De tweede rit betreft allerlei meubilair en andere spullen. Het is koud maar zonnig.We zitten zelfs nog even buiten te genieten.
8 en 9 maart: Terwijl in de Kazerne de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen worden gevierd, dan wel betreurd, werk ik de hele nacht door van woensdag op donderdag om de laatsten van tweehonderd verhuisdozen te vullen voor de echte verhuizers van de firma Dijkstra uit Hilversum komen. Ik ga om 6 uur 's morgens naar bed en sta een uurtje later weer op om de drie mannen binnen te laten. Na het ontbijt help ik zelf ook mee sjouwen, want hoe eerder het klaar is, hoe goedkoper (uurloon). We laden de vrachtwagen twee keer helemaal vol. Er blijft echter nog een grote hoeveelheid niet-ingepakte spullen staan, boven. Om half twee zijn we klaar.
11 en 12 maart: Op zaterdagavond werk ik door tot half één om de laatste spullen die nog boven staan naar beneden te halen. De hele kamer staat weer vol. Even pauze bij Ome Ko met mijn nieuwe buurman Hugo. De volgende ochtend breng ik met mijn buurvrouw Andrea en een geleende aanhanger opnieuw twee ladingen naar de Raadtsingel. De troep daar is onbeschrijflijk; de hele kamer staat vol met dozen en doosjes, zakken en tassen.
16 maart: Mijn telefoon, computer en printer, antwoordapparaat, scanner, modem en een schemerlamp staan nog op de Herengracht. Ik laad ze in het busje van mijn broer Hans en vul de rest op met gereedschap, vuilniszakken met allerlei rommel en de laatste lampen. We rijden naar de Raadtsingel. Daar kom ik tot de ontdekking dat de ik gele tegeltjes die voor mijn achterdeur lagen, vergeten ben. Er staat nog een zinken teil. Ik laad de dertig tegels in de teil en zet deze achter op mijn fiets. Behoedzaam manoeuvrerend loop ik over de verkeersdrempels. Mijn lading dreigt een paar keer te kantelen, maar ik haal het. In mijn hoofd ontstaat spontaan een gedicht:
De laatste vracht
Als een dief in de nacht
Heel voorzichtig en zacht
Heb ik de laatste vracht
Van de Herengracht
Omstreeks kwart over acht
Achterop mijn fiets weggebracht”