Op zaterdag 18 juni ben ik op safari geweest in de 'jungle' van het Kruitbos.
Het woord safari lijkt wat misplaatst voor een tochtje door een Hollands bos, maar bij nadere beschouwing is er toch wel wat voor te zeggen. Volgens het woorden boek is een safari "een tocht door tropisch landschap, voor jacht, waarneming en filmen van dieren." Aan al deze voorwaarden werd voldaan. We maakten een wandeling over het voormalige fabrieksterrein van Muiden Chemie International, de Koninklijke Nederlandse Springstoffen Fabriek, de Buskruitmakers van Weleer ofwel De Krijgsman. De brave organisatoren van het Ontwerpatelier hadden hun best gedaan om zoveel mogelijk mensen te lokken. Zo goed zelfs, dat er bijna ruzie uitbrak toen er onverwachts wat meer mensen mee wilden dan er was gepland. Weesper wethouder Van Harreveld ging even op zijn strepen staan en KNSF-directeur Ferry Holzhaus liet een ogenblik zijn vriendelijke glimlach varen, maar uiteindelijk mochten zowel de twintig mensen die vanaf de RCM-sporthal waren komen fietsen, als de tien belangstellenden die met het busje gekomen waren, mee met de wandeling over het terrein. De paden waren stuk gereden bij de sloopwerkzaamheden, dus was het veiliger om te gaan wandelen. De safari vond plaats onder vrijwel tropische omstandigheden, want het was opeens die zaterdag zomer geworden en de zon scheen fel. Bijna iedereen was op jacht naar mooie plaatjes. De meeste deelnemers digitaal, maar een enkeling nog eigenwijs analoog. Er werden vele waarnemingen gedaan van gesloopte gebouwen, bergen puin, (alsof er weer een ontploffing geweest was), weelderige begroeiing, mooie groene slootjes, rustieke en schilderachtige meertjes, (ontstaan door dijkbraken in het verleden), hoge afrasteringen, enigszins achterblijvende maar opletttende bewakers, grote hoeveelheden witte zaadpluizen van populieren, nabijgelegen volkstuintjes, wandelaars op de zeedijk, brede weteringen, met vuilniszakken afgeplakte brandkranen, verroeste naambordjes, verzakte bodems, blootliggende heipalen, omgevallen houten toilettorens, onbekende boomsoorten, diverse bekende vogels, gevaarlijke bruggetjes zonder leuning, betonnen funderingen van vroegere opslagtanks, overbodige magazijnen, werkloze werkplaatsen, sorteerderijen, zuiveringsinstallaties en andere gebouwen, die de oud-werknemers onder het publiek feilloos konden aanwijzen. De deelnemers waren onder de indruk. Velen zagen het gebied voor het eerst. De algemene mening was dat je "er iets moois van kon maken" maar wat dat dan precies was werd verder in het midden gelaten. Ook de vraag van de schrijver dezes aan meneer Holzhaus over de kantoren werd niet echt beantwoord, toen hij zei dat de beide huidige kantoorvilla's misschien niet gesloopt hoeven te worden. Waar dan de eerder geplande kantorenwand moet komen wist hij niet, zei hij. Ook de vermeende aanwezigheid van asbest gaf aanleiding tot opmerkingen van deze of gene. Een enkeling werd tot de orde geroepen omdat hij van de groep af dwaalde, maar verder was de sfeer heel gemoedelijk en plezierig. Na ongeveer een uur gelopen te hebben waren we weer terug bij het ketelhuis (dat blijft staan) en de vervoermiddelen. We bedankten de gastheren voor de ontvangst en reden voorzien van flesjes water, balpennen en opschrijfboekjes terug naar de RCM sporthal voor een lunch of discussie. Ikzelf ben echter naar huis gegaan, vanwege andere verplichtingen. Hoe het dus afgelopen is met de andere safari's weet ik niet. Je kon namelijk ook nog fietsen langs de A1 met Ben Viveen, fietsen en lopen naar de Bloemendalerpolder en het Dodgeterrein (proefboerderij), wandelen met Cor vd Bosch door het weiland en nog twee fietstochten met andere begeleiders maken. Van 13.00 tot 15.00 uur waren er gespreksgroepen gepland. Daarna werd de informatie uit de gesprekken verzameld en bij een drankje ging men dan praten over hoe het nu verder moet. Ik was in ieder geval blij om het KNSF-terrein nog eens te zien. De vorige keer was zes jaar geleden, in december 1999, bij de Tentoonstelling van de Eeuw. Er is veel veranderd in de afgelopen jaren. Over zes jaar nog veel meer vrees ik. Tot 2011 dus maar blijven hopen op een volgende safari. GK