Geert Mak beschreef in 1995 in een goedverkopend boek* hoe het Friese plaatsje Jorwerd van een traditioneel boerendorp veranderde in een moderne plattelandssamenleving. Binnen enkele tientallen jaren veranderde het leven volkomen en toch ook weer niet. Er verdween veel, maar er bleef ook toch nog genoeg "eigenheid" over om te kunnen spreken van een bijzonder dorp.
In diezelfde periode, ruwweg van 1954 tot 2004, veranderde er ook veel in Muiden. In 1953 vierde het stadje Muiden het duizendjarig bestaan. Een dreigende samenvoeging met Weesp werd afgewend en vol vertrouwen keek men naar de toekomst. Muiden was een bloeiend industriestadje, met volop werkgelegenheid. Op een luchtfoto uit die tijd valt onmiddellijk de zoutfabriek van Bouvy op, met de twee schoorstenen, die samen het silhouet van Muiden bepalen. De fabriek staat langs de zuidelijke Herengracht, ingeklemd tussen enerzijds de Vecht en anderzijds de nog ontoegankelijke vestingwallen. Aan de noordzijde de Grote Kerk, weggestopt in een nauw straatje. Ten zuiden van de fabriek ligt de Keetpoort, waar het ravelijn met gebouw H nog een echt eiland is. Een houten brug ligt ten zuidoosten van de ophaalbrug en de kleine peperbus vormt een waterkering die vanaf de oude Vechtbrug goed zichtbaar is. Rijksweg 1 is een gevaarlijke barriére die je moet oversteken als je naar Weesp wilt. Menigeen verliest het leven door het snelverkeer dat onverwachts opduikt vanachter de hooggelegen brug. Ome Ko, de naamgever van wat dan nog de Gooyse Boer heet, verkoopt ijsjes uit een kar aan de vele passanten. Er staat een kazemat, zoals nu nog te vinden is aan de Zuidpolderweg, langs de Rijksweg, ter hoogte van de huidige parenclub. Uitwateringssloot De Tocht ligt ongeveer vijftig meter noordelijker dan tegenwoordig en eindigt bij een smal ophaalbruggetje aan de Lange Muiderweg. De Nieuwe Brug, zoals de Muidenaren de Vechtbrug nog altijd noemen in die tijd, vanwege de omleiding buiten de vesting Muiden om in 1928, heeft een mooie klap of bascule. Er ligt een voetgangersbruggetje achter de woning van de brugwachter van Rijkswaterstaat. Het verbindt het ravelijn met daarop de Muziektent met de weg naar Weesp. Er liggen nog maar heel weinig woonarken in het Balkengat. De familie Akerboom is er al, maar verder is de Singelgracht leeg. Het "Singeltje" vormt de smalle weg naar Weesp, op de plek waar nu het voetpad ligt langs de brandweerkazerne. Wijk Zuidwest bestaat nog niet. De weilanden van de families Streefkerk en Van Ginkel strekken zich langs het Muiderbos vele honderden meters uit en eindigden in De Punt, waar de Rijksweg en de Amsterdamsestraatweg samen komen. De brugwachterswoning bij de Amsterdamsepoort, waar nu Ko van der Weijden woont, is het domein van Klaas Portengen. Hij draait met zijn sterke armen dagelijks de Amsterdamsepoortbrug open en dresseert in zijn vrije tijd herdershonden. Hij hoeft ze alleen maar aan te kijken en ze worden stil. De oevers van de Kadesloot zijn nog kaal en onbegroeid. Wijk Noordwest is in aanbouw. De Prinses Marijkestraat, de Irenestraat en de Beatrixstraat zijn er al maar de Prins Bernhardsingel is op het huis van de familie van Diest na nog onbebouwd. Het enige veld van SV Muiden is pas aangelegd en daarachter strekken zich de drassige weilanden en bossen van de Krijgsman uit. De foto uit 1954 toont een lichte vlek waar korte tijd later de P.C. Hooftlaan zal worden gebouwd. Ook het bestek voor de Vondelstraat is al zichtbaar. De hooiberg van boer Verschoor in het voormalige rietland staat er echter ook nog. Op deze plek bevindt zich nu de gymzaal van de P.C. Hooftschool. De boerderij van de familie Oudshoorn moet nog gebouwd worden, maar de sloot langs de dijk is al gedempt. Hier komt enkele jaren later de Constantijn Huygenslaan. De verre Westbatterij ligt nog deels verscholen onder een laag zand. Meer naar het westen is eenzaam bij de dijk al het tuinhuisje van de familie Oudshoorn te zien. De jachthaven van de KNZ&RV is beperkt tot vóór de Westbatterij. Het is winter en er liggen geen schepen. Bij Kok, Dolman en Schouten staan nog alle oude loodsen klaar voor gebruik. Ook de School met den Bybel is duidelijk herkenbaar in de Schoolstraat. Aan het eind van de Weesperstraat staat de boerderij van Van Ginkel. In die straat en de Singelstraat zijn in deze tijd nog diverse andere binnenboeren aktief. De verse koemest hoort bij het straatbeeld zoals hondenpoep nu. De sluisbrug wordt met de hand gedraaid door Stelling, die in het Sluishuis woont. Hij doet ook alle sluisdeuren met een slinger open en dicht. Het gemeentehuis is op de Herengracht en daarachter staat het gebouw van de Christelijke kleuterschool. De Openbare School op de Ossenmarkt wordt binnenkort gesloten als er in de nieuwe wijk Noordwest een moderne school gebouwd is. Er leven tientallen mensen in donkere vochtige krotten op de Herengracht, maar ook achter in de Hellingstraat ("De Duvelshoek") en verspreid in de Weesperstraat en elders in de vesting. Het hebben van een douche of zelf maar een badkamer of een fatsoenlijk toilet is nog lang niet algemeen. Het Kruisgebouw heet dan ook in die tijd het Badhuis. Men gaat zaterdags in bad en draagt de volgende dag Zondagse Kleren. Tegenover de Gooyse Boer is café Het Hof van Holland. Daarnaast is de winkel van Joop van der Pouw, beter bekend in die tijd als Galesloot of later de Végé. Hotel Vechtzicht heeft net zo min een terras als de rest van de horeca rond de sluis. De Schulpen worden wel al gebruikt als parkeerruimte. In de Doelen wonen meerdere gezinnen en Men Gort heeft er op de begane grond zijn manifacturenwinkel. De bus van de NBM stopt nog in de Sluisstraat bij de halte voor de winkel van Pronk. Bertus Pronk vent met melk, evenals de familie Snel, Ome Dirk Hees gaat met de groentekar langs de deur en er zijn minstens drie bakkers en twee slagers. In snackbar de IJsbeer hangt een opgezette krokodil en juffrouw Mol staat zelf achter de bar in haar café. Aartje Dolman komt met haar knotje tevoorschijn als je het trapje afgaat naar haar winkeltje naast het café van juffrouw Mol. In kleurige stopflessen bewaart ze haar kruidenierswaren. De familie Punt verkoopt alles wat De Hoek nu ook verkoopt en nog duizend dingen meer. Op de achterkant van hun zelf uitgegeven ansichtkaarten staat de bekende spreuk: "Men hoeft niet naar het zuiden, het is hier fijn in Muiden." In de Amsterdamsestraat staat nog een rijtje oude huizen op de plek waar nu de Rabobank is. Op de hoek zit kapper Voorn. Links daarvan werkt Van der Kruis en rechts, in de Hellingstraat knipt kapper Tichelaar. De familie de Beer verkoopt sigaren in de winkel op de Hoek van de Weesperstraat.. Daar tegenover doet Van den Berg hetzelfde, terwijl slager George Vetter op de vierde hoek zijn vlees snijdt. Teus Honing doet goeie zaken naast de Hoek en Steenman Zwaantje heeft zijn logo nog trots boven de deur hangen als gevelsteen, op de plek waar nu de Neefjes supermakt de lichtbak heeft . Tante Lies Wiegmans heeft in deze tijd een snoepwinkeltje achter in de Weesperstraat, waar broer Tinus pasfoto's maakt op het erf met de schutting als achtergrond. Ab de Gooyer verkoopt diverse electrische apparaten en bij Gieling kun je nog gewoon biljarten, klaverjassen of naar een toneelvoorstelling kijken. De bewoners van de huizen aan de Vechtkade werken op de Kruitfabriek, die volop werk heeft. Op de Herengracht hoor je het geluid van de Helling, als men bij Schouten aan het klinken is of je ziet de schepen met zout gelost worden bij Bouvy, door de grote kraan op de hoge stellage. Als kind gluur je door de houten spijlen van de zakkenwasserij die in de Vecht staat. Durfals lopen over de verroeste roosters van de diepe zoutkelders ter hoogte van waar nu de grachtenhuizen staan. In de Kloosterstraat die dan nog gewoon Kerkachterstraat heet is de kolenopslag van de zoutfabriek. Een hoge betonnen wand met daarachter een verroeste transportband loopt langs de schans. De pastoor heeft een boomgaard bij de oude Jozefschool. Er zitten glasscherven gemetseld boven op de muur, maar desondanks klimmen er jongens overheen om harde onrijpe appels te pikken, voor de sport. De Boerenbond heeft een opslagloods die helemaal van de Herengracht tot aan de Kerkachterstraat loopt. Er zijn rails voor een lorry en de mannen met hun alpinopetten zien helemaal grijs van het meel als ze naar buiten komen. Het Muider Amroh-electronicabedrijf heeft een werkplaats daar vlakbij, naast hotel Vechtzicht. Achter de smederij van Melis zijn in 1954 de waslokalen van Broshuis. Daar wassen de mannen in blauwe overalls na werktijd hun vettige handen met vloeibare rose zeep dat in een glazen draaibolletje zit. Je kunt bij de smid toekijken en ruiken hoe een paard beslagen wordt. Het maken van hoeven op het aambeeld, het passen van de gloeiende ijzers, de lucht van verbrand eelt, het inslaan van de spijkers en het afvijlen van de uitstekende delen. Een fascinerend gezicht, evenals het lassen in de werkplaats van Broshuis. De trailers van dit carrosseriebedrijf die bij de Naarderpoort staan opgesteld bieden een mooie schuilplaats bij het verstoppertje spelen. Er ligt in 1954 een gebarsten molensteen achter de Kazerne, op de plek waar nu de fontein van 1050 jaar Muiden staat. De Kazerne is nog verboden terrein, evenals het Muizenfort, dat nog geheel met water omringd is. De Ton Kootsingel bestaat niet, dus al het verkeer voor het Muiderslot gaat heen en weer over de smalle Herengracht. Jan Groos, bekend van zijn sterke verhalen en het stropen van konijnen, vangt de gasten op bij het slot en laat de bezoekers voor een kleinigheid hun fiets parkeren. Er is geen parkeerplaats aan het begin van de Herengracht, want de huisjes die er staan zijn nog niet gesloopt. Ook het poorthuis bestaat nog niet, zodat je het slot meteen kunt zien liggen als je er aan komt rijden. De gebouwen A en B worden afgebroken ten tijde van de foto. De deklaag is er al afgehaald maar de muren staan er nog. De pruimenboomgaard bij gebouw A en de kruidentuin bij gebouw B moeten dus ook nog worden aangelegd. Het Muiderslot zelf is vrij toegankelijk, behalve bij een rondleiding. Evert Oosterbroek beheert het kasteel en doet zijn werk met hart en ziel. Iedereen in Muiden kent elkaar en groet voortdurend. De Naarderpoort is de oostgrens van Muiden. De Zuidpolder is op de boerderijen van de families Pronk en Streefkerk na vrijwel onbebouwd. Langs het Stille Weggetje kun je heerlijk rustig wandelen. De koeien lopen in de weide en af en toe kwaakt er een eend in het riet.
Dit alles blijft lange tijd hetzelfde, maar tegen het eind van de jaren zestig beginnen de veranderingen. De welvaart neemt toe. Er komen meer auto's. De oude Vechtbrug is al in het begin van de jaren zestig vervangen door een moderne brug met viaducten. Wijk Zuidwest wordt gebouwd, Bouvyzout gaat dicht en wordt afgebroken. Er komt een nieuwe woonwijk. De veranderingen gaan snel in jaren zeventig. De wijk Mariahoeve verrijst in de Zuidpolder. De jachthaven wordt uitgebreid, krotten worden opgeruimd, fabrieken worden verplaatst of gesloten, er wordt gesloopt en gebouwd. In 1974 opent de Maxis haar deuren. De kleine middenstand in Muiden loopt terug. Op het nippertje gaat een rigoureus plan om de gehele binnenstad te renoveren niet door. Ook een plan om in de Noordpolder een pretpark genaamd "Holland Promenade" aan te leggen wordt ternauwernood verijdeld. De werkgelegenheid in Muiden verdwijnt als sneeuw voor de zon. Scheepswerf Schouten wordt verkocht. Muiden wordt een echte forensenplaats. Jonge mensen trekken weg. Er komen nieuwe inwoners met geld in de buitenwijken wonen. De import heeft ook andere politieke voorkeuren. De huizenprijs stijgt. De bevolking vergrijst. Jongeren uit Muiden kunnen geen geschikte woning vinden en verhuizen naar Weesp, Muiderberg of Almere. De toeristen weten Muiden echter steeds vaker te vinden. De watersport en de haven vormen een grote trekpleister. Aan het eind van de twintigste eeuw is Muiden op zoek naar een nieuwe identiteit. In mei 2004 gaat de laatste industrie in Muiden dicht. Na 302 jaar sluit de Kruitfabriek. Hoe zal het verder gaan met het stadje aan de Vecht? Wordt het een echte toeristische trekpleister of kiest men voor rust en natuur? Neemt de bedrijvigheid toe of is er straks helemaal geen werk meer? Groeit Muiden met kleine stapjes of wordt het in tien jaar tijd twee keer zo groot? De toekomst zal het leren. Een ding is zeker: Zoals het was, zo zal het nooit meer zijn.