terug naar het overzicht
'DE DIGITALE SLUIZ'

Aflevering 7: Van Bali naar Bandung


aflevering 82 van 11-maart-2004

De Muidenaar Guus Kroon reisde van 6 januari t/m 6 februari 2004 rond in Indonesie en bezocht Java en Bali. In een reeks berichten doet hij verslag van zijn belevenissen en ervaringen.

Bericht nr. 7: Van Bali naar Bandung, zaterdag 31 januari 2004.

Beste familie en vrienden

Al een paar dagen ben ik op de weg terug, naar Jakarta, naar Nederland, naar huis. Sinds mijn laatste e-mail op Bali heb ik alweer vele honderden, zo niet duizenden kilometers afgelegd. Op donderdagochtend 29/1 vertrok ik om 8 uur uit mijn sawa-woning in Ubud. Eerst een stuk lopen over de hobbelige weg met keien, dan een overhaast vertrek (het gehuurde mini-busje, "bemo" zeggen ze hier, was te vroeg en ik zat nog even aan een lekker glas melk in het cafetaria tegenover de halte. Ik vergat in de haast te betalen, maar het meisje kwam achter de bus aan rennen, zodat ik nog gauw door het raampje het geld kon geven), gevolgd door vijf minuten later overstappen in een grotere bus. Deze deed er anderhalf uur over naar Kuta, de uitgaanswijk van Den Pasar, de hoofdstad van Bali. Ik dronk een glas chocolademelk op een terras en men probeerde me nog meer te laten betalen dan de al te hoge prijs die op de menukaart stond. Zogenaamd per ongeluk. Aan het eind van de straat was het beroemde strand van Bali; Kuta-Beach.Het was pas half elf en erg rustig. Ik werd meteen omringd door een aantal Balinese dames, die mij van alles aanboden, maar ik had niets nodig. Gewoon even een stukje wandelen langs het strand, met twee rugzakken, die samen een stuk of dertig kilo wegen (dat wordt straks bijbetalen, bij de KLM) en geen gezeur. Ik ging aan het eind van het pad tegen een zandwal zitten en trok mijn schoenen uit om pootje te baden, maar toen ik net in het heerlijke warme water liep en een stukje aangespoeld koraal(?) opraapte, kwamen er twee bulldozers aanrijden die zand opschoven en vlak naast mijn bagage deponeerden. Ik haastte me terug en sjouwde met mijn hele hebben en houwen + mijn schoenen aan de veters om mijn nek geknoopt door het mulle zand en het water naar de strandopgang. De met strohoeden, sarongs en een grote smile uitgedoste dames zagen me al aankomen en ik zat nog amper op een grote steen of ze stonden al naast me.
Madi, een 42-jarige alleenstaande moeder van twee kinderen, wilde perse mijn oorharen epileren.
Ja, dat krijg je als je ouder wordt. Nou, vooruit dan maar. ("Oh, please mister, give me business, make me happy, for good fortune!), maar verder aan mijn lijf geen polonaise. Boos en teleurgesteld en misschien ook wel jaloers op Madi, dropen de pedicuredame en de massagedame af. Het moet gezegd; het was aangenaam, zo'n welgevormde Balinese dame die dicht tegen je aan komt staan en met haar handen aan je oor zit te friemelen. Ik maakte nog een foto van haar en stapte toen in een taxi, die me eerst naar "Ground Zero" bracht. In navolging van de rampplek in New York hebben de Balinezen de plek waar op 12 oktober 2001 twee autobommen afgingen en daarmee de levens eisten van meer dan 200 jongeren uit tal van landen, maar ook toevallige voorbijgangers, genoemd naar de plaats van een atoombomontploffing. Islamitische terroristen zijn inmiddels ter dood veroordeeld voor deze terreurdaad. Ik stapte uit de taxi voor het maken van foto's van het monument. In de gevel van een lelijk betonnen gebouw, dat verrees op de plaats van de verwoeste discotheek, hing een plaquette met de namen van alle dodelijke slachtoffers. Heel veel Australiers, maar ook 88 Indonesiers, 4 Nederlanders en een groot aantal andere nationaliteiten. Er lagen wat bloemen en kaartjes. De omgeving van het monument zag eruit alsof er nooit iets gebeurd was; rechts een hotel, links een paar winkels. Toch heeft deze plek het leven van miljoenen Indonesiers ingrijpend veranderd. Het toerisme op Bali is sinds de aanslag teruggelopen van 3 miljoen bezoekers per jaar naar slechts 300.000 per jaar. In heel Indonesie is de klap nog steeds voelbaar.
Naast de economische teruggang na de val van Soeharto, de daarbij uitgebroken rellen en plunderingen, de onlusten en talloze moordpartijen op de Molukken, de oorlog en de wreedheden tegen de afscheidingsbewegingen op Timor en in Atjeh, de SARS-epidemie, de vogelpest (die nu weer de kop opsteekt) en de andere gevaren die het bezoek aan een tropisch, chaotisch en onderontwikkeld land normaal al met zich meebrengt, was de Bali-bom wel de ergste of effectiefste manier om toeristen weg te jagen. Als er dan ook nog een Indonesische minister voor de televisie verklaart dat hij Nederlanders haat vanwege het koloniale verleden en vervolgens een ondoorzichtige visumplicht voor een aantal landen invoert, mag het een wonder heten dat er überhaupt nog iemand naar Indonesie gaat. Zo, dat moest mij even van het hart. Waar was ik gebleven? O ja, Ground Zero. De taxi bracht me naar het busstation, waar ik overstapte op een snelbus die me in 3 uur naar de haven van Gilimanuk bracht. Daar nam ik de veerboot naar Java en kwam er op het station van Banyuwangi achter dat ik niet, zoals gepland, met de trein naar Malang kon gaan. Er ging alleen een trein naar Jember, om 22.00 uur. Dat betekende vijf uur wachten. Na een uur kwam ik er achter dat de klok op het station een uur eerder aanwees dan mijn horloge. Javaanse tijd, in plaats van Balinese, dus ik was weer even ver. Binnen in de hal was het bloedheet, buiten op het perron waaide een briesje, maar daar stikte het van de vliegen en ik werd lastig gevallen door opdringerige figuren die over mijn schouder mee kwamen lezen in mijn dagboek. "Opsodemieteren!" Dat begrepen ze wel. De uren kropen voorbij. Ik telde het aantal tjitjaks (hagedisjes) op de muren van de stationshal (10), dook af en toe weg voor een vleermuis die laag overscheerde, sloeg de vliegen dood die me lastig vielen, keek naar een magere kat met een afgekorte staart die klagend krijste en probeerde wat te lezen. De trein was op tijd, ik had een goede zitplaats en we kwamen precies om half een aan in Jember. Een becakrijder stond me al op te wachten. We reden langs drie hotels, maar Safari was te duur (140.000 roepiah), Petjar(?) vroeg 80.000 rp voor gore kamers waar de douche en het toilet niet werkte en Wonobo zat al helemaal vol. Uiteindelijk moest ik wel mijn intrek nemen in hotel Suradja, waar ik een dure kamer kreeg (150.000 rp) maar dan ook echt voorzien van alle gemakken (een heerlijk zacht tweepersoonsbed, douche en toilet, toiletpapier, handdoeken, koekkast met minibar, airco met afstandbediening, een tandenborstel, tandpasta, zeep en ontbijt). De douche deed het alleen niet, zodat ik in een handdoek gekleed moest wachten op de roomservice die het euvel verhielp. Ik knapte echter af toen ik een tjitjak zag wegschieten achter het gordijn. Zelf hier, in zo'n duur hotel! Om half twee viel ik, ondanks het feit dat er een haan begon te kraaien op dit onzalig tijdstip, doodmoe in slaap. Na het ontbijt met geroosterd brood vertrok ik om 9.00 uur voor de volgende etappe. Een minibusje naar het busstation, waar de bus naar Malang vertrok, een half uur wachten tot hij wegreed, snoep en water kopen van Abdul Hati, een tijd kletsen met deze verkoper en elkaar woorden lerend in het Engels, Nederlands en Indonesisch.
Nog amper vertrokken of er zat alweer iemand anders naast me, die ja hoor, zijn Engels wilde oefenen, erg beleefd was en voor tandarts leerde. Hij sloeg steil achterover van de bedragen die een behandeling in Nederland kostte en vroeg me honderduit. Daarna mocht ik even uitrusten als ik dat wilde. Toch aardig. Na vier uur sawa's bekeken te hebben en de door de Nederlanders aangelegde kanalen en sluizen, stopten we in Malang. Taxi naar het station, executif kaartje (er was niets anders; 140.000 rp) en op de trein naar Yogya. Daar wilde ik de nacht doorbrengen. Het was koud in de trein vanwege de airconditioning en bovendien regende het de hele reis. Ik kreeg een Hollands gevoel van onbehagen en trok mijn regenjack aan over mijn hemd, om warm te blijven. Later werden er dekens uitgedeeld en zette ik nog mijn alpinopetje op. Omdat ik trek had bestelde ik een portie nasi-goreng en bakso (soep). Een uur later kregen we als service een soort vliegtuigmaaltijd geserveerd. Ik liet hem per ongeluk vallen, maar hij was toch niet te eten. Na zeven uur reizen bij slecht licht, video kijken en naar buiten staren, zat ik uiteindelijk ook, net als vrijwel iedereen, te slapen. Duf werd ik wakker, terwijl we op een station stilstonden. Het was 22.20 uur. Zo laat zouden we toch in Yogya zijn?! Vlug liep ik naar de uitgang en riep tegen een verkoopster: "Yogya?" Het antwoord was ondubbelzinnig: "Ya!" Ik rende terug door de trein, gooide de deken van me af en rukte mijn rugzak uit het bagagerek. Half struikelend sleepte ik mijn bagage naar de uitgang, vrezend dat de trein zich elk moment weer in beweging zou zetten. Ik controleerde op het perron nog even of ik alles had. Er kwam onmiddellijk een man naar me toe, die me aanbood om me naar het Metro-guesthouse te brengen. Ik ging er op in en zat even later in een minibusje. Het vertrouwde straatje met de vuilnishoop doemde op in de koplampen en mijn oude kamer, 109, was nog vrij. Ook de kakkerlak was er nog. Ik probeerde hem te negeren, net als de vorige keer, maar hij vond het nodig om te gaan wandelen, in plaats van netjes achter het nachtkastje te blijven zitten, waar ik hem naar toe gejaagd had. Pogingen om hem met mijn schoen te verpletteren of met een nat hemd te vangen strandden op zijn ongelooflijke loopsnelheid. Hij kroop uiteindelijk toch netjes achter mijn nachtkastje. Iets onrustiger dan anders viel ik om half twaalf in slaap, na nog een tijdje in mijn dagboek geschreven te hebben. Morgen ga ik naar Bandung en van daar naar Bogor. Dan nog een paar dagen Jakarta en op donderdag zit het erop. Nu dit verhaal nog even versturen en dan met de becak naar het station. Tot zover mijn belevenissen in Indonesie. Ik zal in Jakarta de serie afsluiten, aanstaande woensdag.
Groeten en liefs,

Guus


terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: