terug naar het overzicht
'DE DIGITALE SLUIZ'

Herinneringen aan de Bijlmerramp


Aflevering 8, van 4 oktober 2002.

Het is zondagmiddag 4 oktober 1992, 18.00 uur.

Ik breng De Sluiz rond in Muiden en kom mijn moeder tegen bij de Burgemeester de Raadtsingel. Terwijl we staan te praten komen er voortdurend vliegtuigen over en we kijken ge-ergerd naar boven.

Een half uur later ben ik thuis en maak vlug wat te eten klaar, zodat ik met mijn bord op schoot zit als Studio Sport begint om 7 uur. Het programma is nog maar net begonnen of het wordt plotseling onderbroken door een extra journaal. Een vliegtuig is neergestort op twee flats in de Bijlmermeer. Ongelovig staar ik naar amateurvideobeelden van brandende flats en een groot gat tussen twee gebouwen. Ik bel onmiddellijk mijn ouders. Mijn vader vertelt dat zijn zuster, tante Sien, die in de flat Groeneveen woont, hem net gebeld heeft. Ze was thuis toen ze heel hard het geluid van een vliegtuig hoorde en zag opeens de schaduw van een reusachtige vleugel langs haar raam komen. Even later hoorde ze een harde klap. In eerste instantie dacht ze dat het vliegtuig achter de flat was neergestort, maar toen ze op haar balkon ging kijken zag ze dat het toestel tegen het gebouw was aangevlogen.

Na de eerste verbijstering keek ze angstig toe hoe flat na flat in brand vloog. Zelf woonde ze net naast de gele lift, voorbij de knik. Vanuit een helicopter werd er enige tijd later omgeroepen dat iedereen het gebouw moest verlaten, maar tante Sien durfde haar mooie spulletjes niet alleen te laten uit angst voor plundering. Ze verstopte zich onder de tafel en achter de bank toen de helicopter naar binnen scheen en telde het aantal ongeschonden flats dat steeds kleiner werd en zei bij zichzelf dat ze zou vertrekken als er nog maar enkele over waren. Uiteindelijk stopte de branden kort voor de gele lift. Zij verliet tenslotte toch haar woning en was uiterlijk ongedeerd.

De hele avond kijk ik gefascineerd op de televisie naar de extra nieuwsuitzendingen van NL3 en luister naar AT5-radio. Er wordt gesproken over tientallen doden. Om 12 uur ga ik naar bed en hoor hoe de Noord-oosterstorm loeit over de daken.

Op 21 oktober bezoek ik mijn tante in de grotendeels ontruimde flat. Het gedeelte voorbij de lift is dichtgespijkerd en met prikkeldraad afgezet. Vanaf haar balkon zie ik het wasgoed nog aan de lijn hangen en kinderfietsen in een hoekje staan. Het gapende gat rookt niet meer. Kra-nen zijn bezig met puinruimen. We bezoeken het bloemenmonument bij "de boom die alles gezien heeft" en ik lees de briefjes van kinderen en volwassenen aan omgekomen geliefden.

Ik schrik enorm als ik de adressenlijst zie op de avond van de ramp. Vele kinderen wonen in de Bijlmer (Amsterdam Zuidoost). We zitten maandag in spanning, omdat het telefoonverkeer en het openbaar vervoer geblokkeerd zijn. De kinderen van mijn groep zijn gelukkig ongedeerd. Wel zijn er diverse jongens en meisjes in mijn klas die de ramp van nabij hebben meegemaakt. Ons feest voor het 15-jarig bestaan van de school wordt een half jaar uitgesteld.

Guus Kroon


terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: