Derde reisverslag Guus Kroon:
verstuurd op dinsdag 6-augustus-2002.
Donderdag 1 augustus 2002
Dezelfde spullen als bij mijn "Rondje Ijselmeer" stop ik weer in mijn rugzak. Groene kleren, regenjas, verrekijker, enz. Wandelschoenen aan, leren vest en gehaakt sjaaltje van Kreta om.
De Weespermoppenmarkt valt deze keer in het water. Als ik om half 4 kom kijken is de helft al aan het inpakken. Ook de schoenmaker, waar ik mijn gerepareerde riemtasje wil ophalen is om 4 uur dicht. Dan maar zelf een oud tasje met naald en draad repareren. Voor mijn tweedaagse uitstapje naar Berchtesgaden in Zuid-Duitsland moet ik me maar even behelpen.
Het is mijn bedoeling om na 18 jaar opnieuw een bezoek te brengen aan de Obersalzberg, de berg waar Hitler woonde van 1924 tot en met 1945. Het kan nog net, want mijn vakantie zit er bijna op. Ik zet mijn fiets in de stalling van het station in Weesp en neem de trein van 18.35 uur naar Utrecht. Daar moet ik overstappen op de internationale trein. Er zitten vijf (2m/3j) Amerikaanse studenten in mijn slaapcoupe en we hebben een gezellige avond. De Dom van Keulen kunnen we nog net zien voordat het helemaal donker wordt.
Vrijdag 2 augustus 2002
De vriendelijke Nederlandse gastvrouw wekt ons volgens afspraak om 5 uur. Als de lakens en slopen opgeruimd zijn en de bedden weer in banken veranderd worden, krijgen we een ontbijt met thee/koffie en een soort koek. De overstaptijd in München is erg krap, vanwege een vertraging van 5 minuten. Ik ren met mijn rugzak om van spoor 20 naar spoor 9 en ben net op tijd. De conducteur wacht echter geduldig op de andere Nederlanders die wat minder goed ter been zijn en vertrekt 5 minuten te laat. We moeten overstappen in Freilassing en bereiken om 9.24 uur, na 16 uur reizen (van huis af gerekend) Berchtesgaden.
Ik boek via de 'Kurdirektion'een 1-persoonskamer in "Klinik Sonnenhof" en rust een uurtje uit. Het pension ligt op een steile helling. Elke stap die je doet vergt de nodige inspanning. Na een kort bezoek aan het station neem ik de kabelbaan omhoog, naar het midden van de Obersalzberg. In mijn overmoed sla ik een bospad in en verdwaal hopeloos. Na een uur durende omweg door een prachtig bos kom ik toch nog uit bij de plek waar ik zijn wilde: Hintereck, de parkeerplaats van de bussen naar het "Adelaarsnest." Vandaag ga ik nog niet naar de top van de berg, maar bezoek de onderaardse bunkers bij het hotel "Zum Turken."
De koude, vochtige gangen zijn sinds enige jaren opengesteld voor toeristen. Hitler maakte er zelf nooit gebruik van. Een groot deel is ontoegankelijk vanwege bombardementen in 1945.
Vlak achter het hotel stond de Berghof, het huis waar Hitler en Eva Braun afgeschermd van de buitenwereld, vele jaren doorbrachten. Hier werden ook officiele gasten ontvangen, zoals Mussolini en de Britse minister-president Chamberlain. Er is nu bijna niets meer van over. In 1951 heeft de Beierse regering de ruine laten opblazen. In 1984 kon ik nog de voormalige garage fotograferen, maar ook deze is in 1995 afgebroken. Wat rest zijn enkele betonnen en natuurstenen muren en puin, overwoekerd met mos en bomen. De ingang van de vroegere oprijlaan is geblokkeerd met grote stenen. Afgezien van enkele geinteresseerde zonderlingen is het er verlaten. Dit in tegenstelling tot het "Adelaarsnest." Morgen meer daarover.
Zaterdag 3 augustus 2002
Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt pak ik mijn rugzak weer in en stop hem in een bagagekluis op het station. In de stationsboekhandel koop ik vervolgens 5 videobanden en 2 boeken over Hitler en de Obersalzberg. Gisteren had ik bij Hintereck ook al een dik boek gekocht over hetzelfde onderwerp. Deze uitgaven kun je namelijk nergens anders krijgen. Ik stop alles in de kluis en wacht een half uur op bus 38, die me naar Hintereck brengt. Daar bezoek ik het Dokumentationscentrum in het voormalige Gastehaus en de ondergrondse bunkers die ermee verbonden zijn. In 1984 was het gastenverblijf nog een ruine.
Om de 25 minuten rijden er twee bussen, beschilderd met grote foto 's van het Kehlsteinhaus en een enorme adelaar, de 6,5 km lange weg omhoog naar de 1834 m hoge top van de berg. Ik heb het in 1984 allemaal gelopen en had toen nog net 15 minuten om rond te kijken. Deze keer neem ik dus de bus en geniet van het schitterende uitzicht. Op 1700 m is er een parkeerplaats. Daar stap je uit en loopt via een 150 m lange tunnel de berg in. Vier Amerikaanse soldaten filmen alles met hun videocamera. Ik wijs hen op de verdwenen bronzen leeuwen van de toegangsdeur. Hun collega 's uit 1945 namen deze mee naar huis. Via een lift die geheel bekleed is met geel koper kom je tenslotte in het Kehlsteinhaus, het Adelaarsnest. De stromen toeristen lopen achter elkaar aan door de ruimtes zonder echt iets te zien. Ik koop een videoband voor thuis plus diverse souveniers en kijk zelf rond. Op mijn gemak eet ik in de Speisezaal een Bockwurst met Kartoffelsalat en vergelijk ondertussen de oude foto 's uit mijn net gekochte boek (alweer een; "Nur hier erhaltlich!") met wat ik om mij heen zie. De originele inrichting is verdwenen maar het huis zelf is nog geheel in tact. Ook dit gebouw wilde men in 1951 opblazen, hoewel het niet gebombardeerd was. Op het laatste moment is het gespaard gebleven. Men heeft daar geen spijt van. Buiten zijn drukbezochte terrassen. Er komen per jaar ruim driehonderdduizend toeristen, uit binnen- en buitenland, naar deze plek. Daar kan het Muiderslot nog jaloers op zijn.
Op ongeveer honderd meter afstand is een houten kruis geplaatst met een edelweissymbool. Het uitzicht is adembenemend. Je kunt rondom vele kilometers ver kijken, ondanks dat de warme zon de lucht wat heiig maakt. Een hangglider zweeft omhoog op de termiek en drijft dan weg richting de Konigssee. Martin Bormann, de secretaris van Hitler, liet het Kehlsteinhaus en de weg er naar toe in een recordtijd van 13 maanden bouwen. Dag en nacht werd er gewerkt, zodat men het gebouw aan Hitler kon aanbieden voor zijn 50ste verjaardag in 1939. Zelf verbleef de "Fuhrer" er maar weinig. Hij bleef liever in de Berghof.
Op de van te voren afgestempelde tijd; 16.25 uur vertrekt de bus weer naar het dal. Er is nog wat tijd over om rond te kijken in het stadje Berchtesgaden. Mooie oude huizen en een kerkje met uienspits. Ik bekijk de portretjes van gesneuvelde soldaten uit '14 –'18 en '39 –'45 op hun gedenkplaten in de muur van het kerkhof en wandel terug naar het station. Een broodje kebab als avondeten kan ik nog net bestellen, voordat de trein om 18.39 uur vertrekt. Beladen met videobanden en boeken keer ik op zondagmorgen 4 augustus terug in Muiden. Ruim dertig uur reizen (in totaal) om zo 'n 35 uur ergens te zijn is lang, maar ik vind het, ondanks de weinig comfortabele terugreis in een overvolle coupe, zonder slaapplaats, de moeite waard.
Mijn boodschappen in Berchtesgaden zullen een ereplaats krijgen in mijn archief.