terug naar het overzicht
Speculatie drijft huizenprijs op
Grond met een prijskaartje
Uit 'Eigen Huis Magazine' van mei-2005
Grond is macht en macht is geld: les één voor beginnende projectontwikkelaars. Slimme
bouwers speculeren met grond. Ze strijken astronomische winsten op door te profiteren
van de schaarste aan bouwkavels. Nieuwbouwhuizen zijn door deze grondspeculatie
onevenredig duur. En de kopers zijn de pineut.
De huizenkoper is niet gediend met speculatie oftewel
het verhandelen van potentiële bouwgrond. Sterker:de
schandalig hoge grondprijzen die ontstaan door specula-
tie, jagen kopers van nieuwbouwhuizen op hoge kosten.
Belangrijke oorzaak van deze hoge grondprijzen is het
zogeheten zelfrealisatiebeginsel. Door de koppeling van
grondeigendom en bouwrecht heeft de eigenaar van de
grond het eerste recht om deze te ontwikkelen. Gevolg is
een totaal gebrek aan concurrentie, waardoor de koper te
veel betaalt in ruil voor een te kleine nieuwbouwwoning.
Vereniging Eigen Huis schudt al jaren aan de boom
en roept ook nu dat de verantwoordelijke minister van
VROM, Sybilla Dekker, concurrentie op de markt van
bouwkavels en woningbouw moet bevorderen. Dan krijgt
de koper meer waar voor zijn geld. De Tweede Kamer
denkt er inmiddels net zo over en heeft de bewindsvrouw
verzocht te onderzoeken of het kopersonvriendelijke zelf-
realisatiebeginsel kan worden geschrapt.
Veel te hoge prijzen
De problemen op de woningmarkt zijn bekend. Het is
een crime om aan een betaalbaar nieuwbouwhuis te
komen. Helemaal om waar te krijgen voor je geld. De
verhouding tussen prijs en kwaliteit is scheef. Dit is voor
een groot deel te wijten aan veel te hoge grondprijzen.
Wie een nieuwbouwhuis koopt, loopt kans dat de grond
alleen al de helft van de koopsom opvreet. Voor het pand
zelf blijft dan minder over. Niet alle nieuwbouwhuizen
zijn zo onevenredig duur, maar dat is meestal wel het
geval als er is gespeculeerd met de grond. Ontwikkelaars
spelen hierin een grote rol. Zij profiteren optimaal van
de grondschaarste en houden de grondprijzen kunstma-
tig hoog. Zo maximaliseren zij hun winst.
Van weiland naar bouwgrond
Hoe?De ontwikkelaars hebben op strategische posities
grond gekocht van bijvoorbeeld boeren die geen droog
brood meer kunnen verdienen met hun agrarisch
bedrijf. Iets preciezer:de ontwikkelaars hebben opties
op grond, zogeheten uitgestelde koopovereenkomsten.
Deze stellen hen juridisch in st aat om de grond daad-
werkelijk te verkrijgen zodra er op betreffende plaatsen
bouwprojecten zijn gepland.
Af en toe wordt boerenland opgekocht door ‘pure ’ spe-
culanten, mensen die geen ander doel hebben dan geld
verdienen met het verhandelen van grond. Zij kopen
zo ’n weiland voor een aardig bedrag van een boer en
verkopen het vervolgens door aan een ontwikkelaar of
gemeente. Daarbij komt het voor dat de prijs van de
grond honderden malen hoger is dan wat de boer ervoor
kreeg. Eén grondspeculant, opgevoerd in een aflevering
van Vara ’s Zembla, beweert dat hij op deze manier in
één middag multimiljonair werd.
De tactiek is uiterst effectief. Men neme een optie
op een lap grond, meest al buiten de bebouwde kom
van een dorp of stad. Speculeer erop dat de grond
door een wijziging van bestemmingsplan op den duur
wordt aangewezen als bouwgrond. En voilà:kassa!
Onderzoeksbureau OTB aan de TU Delft heeft vorig
jaar bekeken hoe het zit met de verdeling van grondpo-
sities en de omvang van koop-en optieovereenkomsten.
Samen hebben ontwikkelaars genoeg grond in bezit
dan wel ‘gereserveerd ’ voor de aanleg van bijna 110. 000
woningen. Ter illustratie:zij kunnen op deze grond
ongeveer tweemaal de jaarproductie bouwen van 2003.
Gemeenten dragen een steentje bij
Ook gemeenten gaan niet vrijuit. Projectontwikkelaars
en gemeenten spelen elkaar de bal toe onder de fraaie
titel ‘bouwclaimmodel ’. Dit model houdt in dat ontwik-
kelaars de grond die zij in bezit hebben overdragen aan
de gemeente. Vervolgens kopen zij de grond als bouwrijpe
grond weer terug van de gemeente, voor een marktcon-
form bedrag en met het recht op zak om het project te
gaan bouwen. Door het berekenen van ‘de volle mep ’ heb-
ben ook de gemeenten hun zakken flink weten te vullen.
Wat er vervolgens met die opbrengsten is gebeurd en of
deze zijn besteed aan de woningbouw, blijft in veel geval-
len volstrekt onduidelijk. Het gemeentelijke grondprijs-
beleid is op zijn zachtst gezegd mistig, zo stelt het rapport
‘Transparant gemeentelijk grondprijsbeleid voor koopwo-
ningen?’ dat in 2003 door onderzoeksbureau RIGO in
opdracht van Vereniging Eigen Huis werd opgesteld.
Méér concurrentie kan de prijzen drukken
Op de toch al schaarse grondmarkt heerst een tot aal
gebrek aan concurrentie. Het zelfrealisatiebeginsel stelt
grondeigenaren in staat om, min of meer, te doen en
te laten wat zij willen met hun land. De ontwikkelaars
houden dit graag in st and. Economie uit de brugklas:
de vraag naar grond is groot, het aanbod klein en dus
gaan de prijzen per vierkante meter omhoog. Als er dan
eindelijk huizen op de grond st aan, voelt de koper dat
onmiddellijk in zijn portemonnee. Het is Vereniging
Eigen Huis een doorn in het oog. “Het stinkt ”, zegt
Frank van Loon, directeur Collectief Ledenbelang.
“De invloed van ontwikkelaars op ons woningaanbod
is veel te groot. Een slechte zaak. ” Het ideaalplaatje
van de vereniging:ontwikkelaars die de concurrentie
aangaan voor een bouwproject;een gemeente die kijkt
waaraan behoefte is;burgers die mee mogen praten via
inspraakrondes. Welk type huis?Hoeveel?Wat moeten
die kosten?Ontwikkelaars schrijven zich in voor een
‘competitie ’. Wie het beste bouwplan inlevert, met de
beste prijs-kwaliteitverhouding, mag ontwikkelen.
Grondexploitatiewet
Er komen inmiddels wel wat positieve geluiden uit Den Haag. Minister Dekker heeft
de Grondexploitatiewet aangekondigd en voor advies neergelegd bij de Raad van
State. Met deze wet krijgen gemeenten meer invloed op bouwplannen. Daar blijft het
vooralsnog bij. Het zelfrealisatiebeginsel afschaffen, is volgens Dekker in strijd met
het eigendomsrecht, zoals vastgelegd in het Europese Verdrag voor de Rechten van de
Mens. Je mag hier alleen van afwijken op grond van zwaarwegende maatschappelijke
belangen, zegt zij. Volgens Van Loon is ' betaalbaar wonen zwaarwegend genoeg '.