terug naar het overzicht

Onderwerp Ontwerp-hoofdlijnen streekplan Noord-Holland-Zuid


De provincie wil de kwaliteit van het noordelijk deel van de Randstad als economische motor handhaven en versterken. Daarbij wordt rekening gehouden met de eisen die voortvloeien uit een goede leefbaarheid, een goede bereikbaarheid en een goede waterhuishouding.



Persbericht - Datum 12 Feb 2002 Haarlem, 12 februari 2001

De provincie wil de kwaliteit van het noordelijk deel van de Randstad als economische motor handhaven en versterken. Daarbij wordt rekening gehouden met de eisen die voortvloeien uit een goede leefbaarheid, een goede bereikbaarheid en een goede waterhuishouding.

Dit blijkt uit de door Gedeputeerde Staten (GS) uitgebrachte ontwerp-hoofdlijnen voor het streekplan Noord-Holland-Zuid en de strategische integrale (milieu)effectrapportage die de basis vormen voor het ontwerp-streekplan. Om deze doelstelling te bereiken zetten GS in op concentratie van wonen en werken in het grootstedelijk gebied Haarlem-Ijmond-Zaanstreek-Amsterdam richting zowel Almere als Schiphol\Hoofddorp. Dit grootstedelijk gebied wordt omringd door grootschalige landschappen waar niet de verstedelijking maar versterking van recreatie en landschap centraal staat. Het gaat dan om duinen\binnenduinrand, Waterland en droogmakerijen, het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug, het IJ- en het Markermeer.

"De bereikbaarheid van nieuwe woon- en werklocaties in de Noordvleugel moet verzekerd zijn om deze als leefbare economische motor van het land te kunnen laten functioneren. Zowel een stevige bijdrage van het Rijk in de financiering van de infrastructuur, als ook medewerking van het Rijk aan snelle planologische procedures wordt onontbeerlijk. De beslissing van Minister Netelenbos om geen geld te besteden voor het `Rondje Randstadī baart ons grote zorgen. Als er daarnaast voor 2010 geen zicht is op financiering voor andere bereikbaarheids-problemen, is het onverantwoord om bijvoorbeeld Almere als gemeente te laten groeien.", aldus gedeputeerde dhr. H.M. Meijdam van Ruimtelijke Ordening.

Voor Rijksfinanciering voor infrastructuur gaat het de provincie in de corridor Amsterdam-Almere\īt Gooi om o.a. om de eventuele aanleg van de IJmeerlijn een nieuw spoor Almere-Utrecht, de (ondergrondse) verbinding A6-A9 en verbreding van de A6 en A1. Voor de corridor Amsterdam-Utrecht: verbreding A2, capaciteitsvergroting van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en het realiseren van een HSL-Oost. In de Westflank gaat het o.a. om de verbreding van de A4 in combinatie met de aanleg van de Westrandweg/Tweede Coentunnel, oplossing bruggenprobleem in de Zaanstreek, verbreding van de A9 en omlegging van de A9 om Badhoevedorp. Voor het `Rondje Randstadī moeten de sporen tussen de vier grote steden worden verdubbeld. Op regionaal niveau worden de stadsgewestelijke openbaar vervoersystemen aan elkaar gekoppeld (Regionet). De Noord-Zuidlijn wordt verlengd tot Zaanstad en Schiphol\Hoofddorp. In het Gooi komt een ring van Hoogwaardig Openbaar Vervoer met aansluiting op de HOV Almere-Utrecht.

Tussen 2000 en 2020 worden 166.000 woningen gebouwd, waarvan 110.000 in bestaand stedelijk gebied. Daarnaast in bestaand stedelijk gebied als extra opgave na 2010 (5de Nota RO) 28.700 woningen. In Almere worden 11.500 woningen gebouwd. Om aan de woningbehoefte te kunnen voldoen en om aantrekkelijke woonmilieus in het groen te kunnen aanbieden zijn drie uitleggebieden nodig: Bloemendalerpolder (5000 woningen)(vet-muideninfo.nl) , Waterland concentratie Purmerend/Edam-Volendam, 3.600 woningen) Legmeerpolders (2000 woningen) en Haarlemmermeer-West (5500 woningen). De Bovenkerkerpolder blijft zo veel mogelijk open. Tot 2020 worden in het streekplangebied netto 1000 hectare bedrijfsterrein en 5 miljoen kubieke meter aan kantooroppervlak gerealiseerd.
De waterschappen zullen voor waterberging stroomgebiedsvisies maken. In het streekplan worden de zoekgebieden, de locaties en de omvang voor waterberging bepaald aan de hand van deze visies.

De komende weken worden de Ontwerp-hoofdlijnen van het streekplan per regio besproken met gemeenten, gewesten en waterschappen, als ook met maatschappelijke organisaties. De resultaten van het overleg betrekken GS vervolgens bij het op te stellen concept-ontwerp streekplan. Ook hierover vindt weer het nodige externe overleg plaats. Over hoe dit vorm krijgt zullen GS in maart/april nader besluiten.De uiteindelijke tervisielegging van het ontwerp-streekplan is door GS voorzien in juni 2002. Na advisering van de statencommissie Milieu, Water en Groen en statencommissie Ruimtelijke Ordening en Bestuur start 1 april een inspraaktraject over de strategische integrale (milieu)effectrapportage. Tot 1 maart 2002 kunnen over de Ontwerp-hoofdlijnen voor het streekplan Noord-Holland-Zuid reacties bij de provincie worden ingediend.

Belangstellenden kunnen de Ontwerp-hoofdlijnen voor het streekplan Noord-Holland-Zuid en de strategische integrale (milieu)effectrapportage opvragen bij het Servicepunt Facilitair Bedrijf van de provincie Noord-Holland tel. (023) 514 42 45/4300.

Inlichtingen voor de pers: Marcel van Kanten, tel. (023) 514 42 11
Inlichtingen voor anderen: Martine Hartog tel. (023) 514 34 25



terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: