De invoering van het duale stelsel in de gemeentepolitiek
In een poging de burger dichter bij de plaatselijke politiek te betrekken, en de kwaliteit van de lokale politieke besluitvorming te verbeteren wordt 7 maart 2002 het duale stelsel ingevoerd. Er gaat heel wat veranderen....
op 2 oktober jongstleden vond er een voorlichtingsbijeenkomst plaatst in de Kazerne. Voorlichter was de heer drs. Maarten Schurink, die op uitstekende wijze het één en ander verduidelijkte. Hier volgt een beknopte samenvatting
inleiding
Het duale stelsel is bedoeld als impuls, teneinde een verandering in de
bestuurscultuur te stimuleren vooruitlopend op en parallel aan de
wijzigingen in de Gemeentewet. In dat kader wordt de rol van wethouders
en raadsleden radicaal veranderd. Het duale stelsel beoogt een sterkere
oriëntatie van de gemeenteraad op zijn volksvertegenwoordigende en
kaderstellende functie en zijn taak als controleur van het college. Net
als in de combinatie tweede kamer - regering is de raad het controlerende
orgaan, en het college het besturende orgaan.
De redenen voor de invoering van dit stelsel zijn:
De 'rolverwarring' en 'verklondering' in het huidige systeem
De afnemende belangstelling voor de lokale partijpolitiek
De 'rolverwarring' en 'verklondering'
In het huidige systeem in een wethouder tevens lid van de raad. Daarmee
is een effectieve controle van de wethouder door de raad gefrusteerd, zoals
in de praktijk maar al te vaak blijkt. Vanaf 7 maart 2002 is een wethouder
géén raadslid, en hoeft hij zelfs niet uit de raad afkomstig te zijn. Sterker
nog, hij mag aangetrokken worden van buiten de lokale plaatselijke
politiek, als hij maar binnen een jaar in de gemeente waar hij wethouder is gaat
wonen - een vak-wethouder dus. Omdat een wethouder geen raadslid is, neemt hij
ook niet meer deel aan de raadscommissies: wat op de agenda van de
raadscommissies verschijnt wordt door henzelf bepaald.
De afnemende belangstelling voor de lokale partijpolitiek
Door de invoering van het recht op amendement van de raad (wijzigen voorstellen wethouder), het recht tot initiatief van de raad (zelf voorstellen indienen), en het recht op burgerinitiatief (burgers dienen voorstellen bij de raad in) poogt men de lokale politiek democratischer en transparanter te maken. De rolverdeling tussen raad en wethouders moet naar de burgers duidelijk gemaakt worden
Ondersteuning, plichten en bevoegdheden
De wethouders laten zich ondersteunen door de gemeentesecretaris, de
gemeenteraad door een griffier. De raad heeft de plicht een
'rekenkamer-functie' in te stellen, die de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid toetst. De raad heeft het
recht van onderzoek, en een actieve informatieplicht.
De raad moet budgetten toewijzen voor door haar gewenst beleid en daaraan
doelstellingen verbinden waar hij het college op kan controleren.
De burgemeester blijft de voorzitter van de raad. Een nieuwe verplichting
van de burgemeester is een jaarlijkse rapportage over de relatie tussen
burger en gemeentelijke overheid. Het functioneren van de raad als
controlerend orgaan wordt onder meer verbeterd door de verplichting de
jaarrekening ruim voor de begrotingsbehandeling in te dienen, namelijk
voor 15 juli.