Maandag 11 november 2002.
Zojuist belde Muideninfo met de heer Jan van Leeuwen van Rijkswaterstaat. Over de stand van zaken zei de heer van Leeuwen het volgende:
"In Den Haag is men bezig standpunt te formuleren. Een besluit wordt op korte termijn verwacht. Het demissionair zijn van het kabinet heeft hier geen invloed op, omdat de kamer besloten heeft dat deze zaak gewoon door moet gaan. Dat laat natuurlijk onverlet dat in januari, na de verkiezingen, het eventueel genomen besluit herroepen kan worden. De heer van Leeuwen vermoedt dat van de voor de benuttingsvariant genoemde alternatieven de verbreding van de Vechtbrug de meeste kans maakt. Weliswaar geeft deze oplossing tijdens de aanleg meer hinder voor het wegverkeer dan de lage brug, maar daar staat tegenover dat de hinder voor het scheepvaartverkeer met deze oplossing niet toeneemt ten opzichte van de huidige situatie.
Wat planning betreft is er een vertraging opgetreden van 7 tot 8 maanden wegens het uitblijven van de MER (Milieu-Effect-Rapportage). Deze vertraging kan echter weer ingelopen worden, wanneer de procedures versneld worden. Daartoe is een wetswijziging in de maak."
Over de planning van dit project vermeldt de CRAAG-site van Rijkswaterstaat het volgende:
Planning van de benuttingsvariant
Van 7 januari tot en met 4 maart 2002 hebben alle belanghebbenden de mogelijkheid gehad om in te spreken op de Trajectnota CRAAG. Alleen alternatieven die uitgaan van betere benutting van het huidige asfalt zijn ter inzage gelegd. De binnengekomen inspraakreacties vindt u op deze site.
Op grond van de inspraakreacties, de adviezen en het Bestuurlijk Overleg maakt de Minister van Verkeer en Waterstaat in overleg met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een keuze. Daarna volgt weer een inspraakronde. Deze procedure verloopt volgens de Tracéwet.
Nadat Rijkswaterstaat de definitieve keuze gedetailleerd heeft uitgewerkt in wegontwerpen en bestekken, zou in 2005 met de werkzaamheden kunnen worden begonnen. In dat jaar komt het geld voor het Benuttingsalternatief beschikbaar. Of deze datum ook gehaald wordt, is met name een politieke keuze, die in handen ligt van de Minister.
Tracéwet
De besluitvorming over de capaciteitsuitbreiding in het CRAAG gebied verloopt volgens de tracéwetprocedure. Deze procedure bestaat uit een aantal stappen:
April 1994
De Startnotitie verschijnt, waarin omschreven staat welke oplossingen onderzocht worden. De Startnotitie heeft ter inzage gelegen en iedereen heeft erop kunnen reageren. De reacties zijn verwerkt in de studie.
November 1994
Aan de hand van de Startnotitie, de inspraak en advisering van specialisten hebben de ministers van V&W en VROM de Richtlijnen voor het Milieu Effect Rapport (MER) vastgesteld.
2002
De alternatieven zijn onderzocht en de resultaten staan in de Trajectnota, die in januari 2002 uitkomt. Hierop volgt een inspraakronde.
Eerste kwartaal 2002
Diverse instanties, zoals provincies, gemeenten en de Commissie voor de milieueffectrapportage, brengen advies uit aan de minister van Verkeer en Waterstaat.
Vermoedelijk 2002
Mede op basis van de trajectnota en de inspraakreacties formuleert de minister van Verkeer en Waterstaat in samenspraak met de minister van VROM een standpunt. Hierin geven ze aan naar welk alternatief hun voorkeur uitgaat. Strikt genomen is het ook mogelijkheid dat zij besluiten geen maatregelen te nemen.
Vermoedelijk 2002
Rijkswaterstaat werkt het voorkeursalternatief gedetailleerd uit in een Ontwerp-Tracébesluit (OTB). Ook het OTB is onderwerp van inspraak, advisering en bestuurlijk overleg.
Vermoedelijk 2003 Op basis van de reacties nemen de ministers het definitieve Tracébesluit (TB). Hiertegen is beroep mogelijk bij de Raad van State.
Vermoedelijk 2004
Gemeenten dienen het TB nadat het onherroepelijk wordt binnen één jaar in een bestemmingsplan te verwerken. Er vindt over de wijziging van het bestemmingsplan voor zover het gaat om het opnemen van het TB geen nieuwe inspraak plaats.
Vermoedelijk 2005
Uitvoering werkzaamheden
(Zoals bovenvermeld, heeft deze planning nu een vertraging van 7-8 maanden opgelopen, die eventueel ingelopen kan worden. - red. Muideninfo)
Als de wegen zijn aangepast, worden de feitelijke milieugevolgen vergeleken met de effecten zoals die in de trajectnota zijn voorspeld. Dit wordt opgenomen in een evaluatieprogramma, dat te zijner tijd ter inzage wordt gelegd.
Wat gebeurt er met de woonboten langs de Vecht in Muiden?
Voor het uitvoeren van benuttingsmaatregelen is het nodig dat de capaciteit van de Vechtbrug bij Muiden wordt vergroot. In de Trajectnota staan twee varianten beschreven. In de ene variant wordt de brug 5 meter verbreed, in de andere variant is sprake van een extra brug. De Minister zal waarschijnlijk deze zomer een keuze maken uit deze varianten. Verbreding van de bestaande brug betekent dat een aantal woonboten tijdelijk verplaatst moet worden, maar daarna weer terug kan. Bij de variant Lage brug moeten waarschijnlijk vijf woonboten definitief naar een andere ligplaats.
Als de Minister voor een variant heeft gekozen wordt deze door Rijkswaterstaat uitgewerkt tot een Ontwerp-tracébesluit. Dit betekent dat er een nauwkeurig ontwerp wordt gemaakt, waaruit precies is af te leiden wat de gevolgen voor de woonboten zijn.